Ik ben....

Afgelopen “Oud en Nieuw” heb ik de mooiste nieuwjaarswens ooit gekregen van een voor mij nog altijd zeer dierbaar persoon: 

“Ik hoop dat je jezelf vindt in 2023” 

Direct schoot ik in mijn ego. Verschillende gedachtes als “Ik heb mezelf allang gevonden!”, “Ik weet wel wie ik ben, weet jíj wel wie jíj bent?” en “Misschien moet jíj jezelf gaan vinden”, schoten door mijn hoofd. Gelukkig heb ik dit alles niet gezegd en al snel vergat ik deze mooie wens.  

Maar de in eerste instantie sluimerende burn-out sloeg, zoals jullie al hebben kunnen lezen, kort daarop genadeloos toe. En laat dát nou een periode zijn waar je júist met dit soort vragen geconfronteerd wordt en waarin je met je neus op de feiten wordt gedrukt! Want inderdaad, wie was ik eigenlijk? In al die jaren was ik mezelf behoorlijk kwijtgeraakt.

Al maanden, misschien zelfs al wel jaren, ging het bergafwaarts met mij. En ‘ineens’ stonden Mevr. Perfectionisme, Mevr. Overdreven Verantwoordelijkheidsgevoel, Mevr. Please-gedrag, Mevr. Controledrang en Mevr. Vind-mij-alsjeblieft-Lief, weer voor de deur. Alwéér!! En ze bonkten hard en langer dan gedacht, getuige ook mijn vorige “ego-blogs” ;-) 

Als je niet leert van je lessen, komen ze blijkbaar elke keer terug, totdat je je les(sen) geleerd hebt.   

Na het officieel ‘ziekmelden’, kwam de eerste grote stap; al het contact verbreken met één van mijn ouders. Een beslissing waar ik jaren over gedaan heb en nooit heb aangedurfd. Maar ik was ondertussen op het punt aanbeland dat ik telkens fysiek ziek werd van elke vorm van contact.

De volgende stap was de afspraak met de psycholoog afzeggen. Meer dan twintig jaar van diepgravend, voornamelijk verstandelijk onderzoek, vijf therapeuten, EMDR, reflecteren, analyseren, oorzaken, gevolgen, redenen, herleiden, rationaliseren, het had mij geen echte antwoorden gegeven. Ik vroeg me nog steeds af wat er mis was met mij, laat staan dat ik ondertussen wist wie ik was.

Het hoofd, het ego, het verstand, het had me dus niet de antwoorden gegeven die ik zocht. Tijd voor een andere aanpak.  

Van het hoofd naar het hart.  Lang leve de burn-out!

Na bijna acht maanden van zelfhulpboeken, coaching, huilen, alleen zijn, energetische therapie, mediteren, nog meer huilen en alleen zijn, webinars, schilderen, kunst maken (en hopelijk in de nabije toekomst ook exposeren), praten, schrijven, ademen en vooral VOELEN kan ik zeggen dat ik ‘er’ nog niet ben maar dat ik nu wel weet dat er niets mis is met mij én weet ik wie ik ben: 

Ik ben liefde,

Ik ben een leraar (‘teacher’),

Ik ben een creatieve dromer,

Ik ben zorgzaam,

Ik ben hoog sensitief/intuïtief 

In de tweede helft van mijn leven zit de uitdaging in ‘bij mijzelf blijven en mezelf niet meer verliezen’.  

PS: Ik heb je nooit meer echt gezien of gesproken en dat vind ik verdrietig maar het is ook oké. Als je jezelf vindt raak je soms andere mensen kwijt. 

Dank je wel voor jouw mooie nieuwjaarswens aan mij.

Nothing will work unless you do.

Een vriend zei eens tegen mij, dat hij wilde dat een relatie vanzelf zou gaan.

Synoniemen voor vanzelf zijn; automatisch, moeiteloos, spontaan, vrijwillig, zonder tussenkomst van anderen etc.

Gedeeltelijk ben ik het hem eens. Een relatie zou in mijn beleving ook vrijwillig moeten zijn, spontaan en zonder tussenkomst van anderen. Maar ik heb ook geleerd dat niets automatisch en moeiteloos gaat. Bij mij gaan maar weinig dingen automatisch en naast ademhalen, de onvoorwaardelijke liefde voelen voor mijn kinderen (en mijn ‘zielsliefde’), gaan vooral mijn hersenen ‘vanzelf’. 

Deze uitspraak van die vriend, is alweer van een tijdje geleden en ‘het vanzelf gaan’ heeft me behoorlijk beziggehouden. Zoals ik al zei gaan bij mij heel weinig dingen vanzelf. En ik hoop dat ik aan het einde van dit schrijven, het lijstje met ‘wat gaat er vanzelf’, iets heb weten uit te breiden. 

Naast het ademhalen en het denken ben ik erachter gekomen dat het lichaam vaak wel ‘vanzelf’ dingen doet. Zo geeft het onder ander aan wanneer je honger hebt, naar het toilet moet en je moe bent. Ik luister hiernaar en vervolgens komt er een actie, want anders neemt de honger, aandrang of vermoeidheid alleen maar toe. Onderneem je geen actie hierop dan wordt het alleen maar erger. Ik wil niet nadenken over de consequenties van het niet handelen, maar ik vermoed dat je dat zelf ook kunt bedenken. Naar andere signalen van mijn lichaam heb ik lang niet geluisterd en als vanzelf schee ze er na lange tijd mee uit, een burn-out had zich aangemeld.

Geheel onvrijwillig maar zeker niet onverwacht, werd ik met mijn neus op de feiten gedrukt. Een burn-out gaat niet vanzelf over. Het is makkelijk gezegd om te kiezen en lief te zijn voor jezelf, een grens te stellen, sommige contacten te verbreken, te luisteren naar je lichaam, je zielsmissie te vinden en dromen uit te laten komen.

Het is een momentopname om deze beslissingen, waar je al jaren over nadenkt of mee worstelt, uit te voeren. Daarna begint het pas en het is verdomd hard werken. 

Het is mij niet in dank afgenomen dat ik mijn grenzen heb aangegeven. Er wordt geprobeerd om toch (weer) over die grens heen te gaan door te gaan dreigen, manipuleren of beledigen. En het is hard werken om mijn grens te bewaken, om (eindelijk) te luisteren en te handelen naar wat goed is voor mij. Als ‘vanzelf’ heb ik altijd pleasegedrag vertoond om maar ‘lief’ gevonden te worden. Nu ik lief voor mezelf ga zijn en ga luisteren naar wat ik écht zelf wil, valt dat niet mee. Elke actie, ook wanneer ik bewust niets doet, kost me nu nog moeite en gaat niet vanzelf. 

Deze burn-out heeft mij ook met mijn neus op andere vraagstukken gedrukt. Wat zijn mijn dromen? Hoe zie ik mijn toekomst? Wat is mijn ‘zielsmissie’? Doe ik de dingen waar ik gelukkig van word? En jawel, bijna als vanzelf kwamen de antwoorden op mijn pad.

Nu kan ik achterover gaan leunen, tevreden met de antwoorden, maar dan gebeurt er niets. Deze ‘honger’ heeft voeding nodig en daarvoor zal ik in actie moeten komen.  

“…there is no happiness without action”, volgens William James.

En naar mijn mening geldt dat ook voor relaties. De relatie met jezelf, met anderen en in liefdesrelaties. Doe je niets, dan gebeurt en verandert er niets. 

Totdat je lichaam je vanzelf een halt toeroept.

De zweefteef

Ik moet iets bekennen. Ik ben er ook ‘zo eentje’ aan het worden. Ergens diep verscholen en in een ver verleden ben ik het altijd wel geweest maar nu, na zoveel jaar, is het weer helemaal terug. 

In de tussentijd kwam ‘het leven’ om de hoek kijken en daarmee ook steeds meer verantwoordelijkheden. Een huwelijk, kinderen, een baan, een eigen huis, een sociaal leven etc. Allemaal gegronde redenen om je ‘gezonde verstand’ te gebruiken en dat heeft me redelijk ver gebracht, want ik heb een eigen huis, een leuke baan, een redelijk inkomen en twee verstandige (bijna volwassen) kinderen.

Alles ‘prima op de rit’ zeggen de nuchtere mensen in mijn directe omgeving. Die zich afvragen waarom ik zo vaak ‘diep en filosofisch doe’, ik niet ‘gewoon luchtig’ kan zijn en van die moeilijke vragen stel.

Het volledige antwoord daarop is ook voor mij al een jarenlange zoektocht waar ik je niet mee zal vermoeien, maar ik vermoed dat één van de redenen mijn levenslang aanwezige en uitermate grote nieuwsgierigheid is.  

In mijn tienertijd las ik al jeugdboeken als “Het onzichtbare licht” van Evert Hartman, ging ik naar een waarzegster, deed ik aan kaartleggen, I Tjing, ‘glaasje draaien’, handlezen, dromen analyseren, liet ik een foto van mijn aura maken en met speciale edelsteen om mijn nek en een brandend stokje wierook op de achtergrond smulde ik van het verhaal over het filtrum (die gleuf tussen je neus en je bovenlip.)  

Dit verhaal ging ongeveer als volgt: 

“Als ziel leef je vele levens. Elk leven op aarde is een les die je moet/kunt leren voor een volgend leven. De ziel ‘kiest’ van tevoren een moeder (gezin) op aarde, van wie jij als ziel, het beste deze lessen kunt leren. Vlak voor je geboorte op aarde wordt er aan jou als ziel meegegeven dat je je niets kunt herinneren van jouw vorige levens en je mag er ook niet over vertellen. Een vinger wordt op jouw mond gelegd met de opdracht stil te zijn. Deze vinger laat een afdruk na, het filtrum. Dit is de enige herinnering aan jouw vorige leven(s), waar je op aarde niets meer van weet.”  

sssst webversiepng

Ik was een tiener en vond mijn moeder per definitie stom en kon dan ook niet begrijpen waarom ik, of mijn ziel, voor deze moeder had gekozen. Wat ik daar überhaupt van zou kunnen leren. En hoe zat het met al die mensen die honger hadden, in oorlog leefden, ernstig ziek waren of anderzijds een ellendig leven hadden. Ik vond het een prachtig verhaal, maar het riep ook een hoop vragen op waar ik nog steeds geen antwoord op heb gevonden. Uiteraard wakkerde het wel mijn niet aflatende nieuwsgierigheid aan. 

Het is dertig jaar later, waarvan ik al zeker twintig jaar yoga beoefen om het gezonde verstand en al het andere denkwerk af en toe tot stilte te manen, heb ik alles ogenschijnlijk ‘op de rit’. Het ‘gezonde’ verstand heeft mij gebracht waar ik nu ben. Eindelijk kan ik zo af en toe mijn denken, mijn ego, stil krijgen en vanuit mijn hoofd naar mijn lichaam, mijn gevoel, gaan. En daarmee is meteen weer mijn spirituele fascinatie opgelaaid.  

Met een lapis lazuli om mijn nek, een setje andere edelstenen naast mijn bed, een meditatieapp op mijn telefoon, wekelijkse yoga nidra en een la vol met wierrook zou je denken dat het wel genoeg is. Maar hier steekt ook weer die enorme nieuwsgierigheid haar hoofd om de hoek. Dus bestudeer ik de Tarot, lees over Quantum Touch, verdiep ik mij in zielsverbintenissen, kijk ik allerlei documentaires en probeer ik bij dat alles mijn intuïtie aan te scherpen.  

Ik loop dus weer veel te hard van stapel want mijn hoofd draait overuren.

Tijd om even een boom te gaan knuffelen….


Loslaten

Vasthouden aan gedachtes, patronen, controle, spullen, ideeën, plannen en last but not least, mensen. Je kunt het zo gek niet verzinnen of ik houd me eraan vast. Het werken met een agenda en een to-do lijstje zorgt voor enige structuur als het om mijn werk gaat, maar de taken die ik heb overgedragen aan een nieuwe collega, en de bijbehorende controle, laat ik toch moeilijk los.  

Ook in mijn huis heb ik van de zomer een heldhaftige poging gedaan om veel op te ruimen en weg te gooien en in de herfst heb ik onverschrokken huisgehouden in de tuin.

Ik begrijp dat je je op dit moment afvraagt wat de tuin met loslaten te maken heeft?

Ik heb ‘dat wat nog nét niet dood is’ gesnoeid, afgezaagd, uit de aarde getrokken en zelfs weggegooid. Wat er volgend jaar weer aangroeit weet ik niet en het voelt bijna als een stoere heldendaad.  

‘Een opgeruimd huis, en in dit geval ook tuin, is een opgeruimd hoofd.’   

Niet dus.

Ik stel me namelijk voor dat in een opgeruimd hoofd, alles ‘een eigen plekje’ heeft in een door deurtjes af te sluiten vakkenkast. Uiteraard netjes verwerkt, opgeborgen en niet in het zicht. Waarschijnlijk gaat het hier al mis. Mijn ‘vakkenkast’ is te groot, hij reikt vanaf de vloer tot aan het plafond en voor zover ik kan kijken. En die deurtjes springen de godganse dag, op de meest onmogelijke tijden en ongevraagd, open. Herinneringen ploppen op als popcorn, gedachtes en ideeën strijden met elkaar en emoties moedigen deze nog extra aan.

Heel regelmatig reageren mijn traanbuizen bijna onmiddellijk, wat natuurlijk wel heel goed is, want dat is ook ‘loslaten’.  

Wanneer je moeder wordt ben je vanaf dag één bezig met loslaten. Je houdt onvoorwaardelijk van ze maar je kunt je kinderen niet altijd in de gaten houden, controleren, beschermen of vasthouden. Het is per slot van rekening de bedoeling dat ze opgroeien tot leuke, verstandige en zelfstandige mensen. Het is gedurfd om te zeggen maar ik vind dat dat heel goed is gelukt! 

Ernstig ziek zijn, scheiden, emigreren, opnieuw een leven opbouwen, zijn allemaal ingrijpende gebeurtenissen waarbij loslaten een belangrijke rol speelt en die ik allemaal in het verleden heel sterk heb doorstaan. 

En toen, zomaar ineens, kwam daar iemand mijn leven binnenwandelen en vanuit het niets werd ik overspoeld met een ongekend gevoel van onvoorwaardelijke liefde. Een bijzondere connectie die (nog steeds) mijn verstand te boven gaat en mijn wereld zoals ik die kende op zijn grondvesten deed schudden. Patronen, gedachtes en gewoontes werden aan de kaak gesteld. Triggers, trauma en angsten kwamen onder een vergrootglas te liggen en in een sneltreinvaart voorbij. Een enorme spiegel werd mij voorgehouden. 

Een overweldigende periode van afstoten, aantrekken, hoogtepunten en dieptepunten volgde. De onbegrijpelijke connectie is voor ons beide (te) veel, (te) verwarrend, (te) intens en doodeng, waardoor er uiteindelijk een einde komt aan deze bizarre relatie.

Maar niet aan mijn onvoorwaardelijke liefde. Een liefde die niet beantwoord durft of kan worden. Ik ben ineens niet meer zo sterk, moedig en dapper. Ik ben de controle kwijt en voel me verward, verdrietig en angstig. Ik moet het loslaten, maar ik weet niet hoe. 

Zoals altijd kalmeert de uitgestrektheid van de zee mij, net als de wind om mijn hoofd, terwijl de golven komen en gaan. Ik lijn de hond aan als we een aangespoelde zeehond aantreffen op het strand. Op gepaste afstand hurk ik in het zand om een foto te maken van het prachtige dier. Terwijl ik mijn telefoon weer in mijn binnenzak steek kijk ik in de grote donkere ogen en een golf van verdriet overspoelt me. Ik wil de zeehond graag helpen maar ik weet niet hoe. En ik weet ook dat het niet verstandig is, dat de natuur zijn eigen gang moet gaan.

Tranen stromen over mijn wangen als we onze wandeling voortzetten. Ik besluit een andere weg naar huis te nemen niet dezelfde route terug te lopen over het strand.

webversie zeehondjpg 

Loslaten.

Geluksmomentjes

Iedere avond en altijd rond half 12 loopt ze achter hem aan de trap op naar hun gezamenlijke slaapkamer. Steevast lopen ze naar hun ‘eigen helft’ van het bed en kleden ze zich uit. In de badkamer gaan de sokken in de wasmand, poetsen ze hun tanden tegelijkertijd aan de dubbele wasbak en slaan bij terugkomst in de slaapkamer samen het koude tweepersoonsdekbed open. Met de ruggen naar elkaar toe zitten ze op de rand van hun nieuwe tweepersoons kingsize boxspring. Ze zetten elk hun eigen wekker, schudden nog even het hoofdkussen op om uiteindelijk te gaan liggen. Elke avond volgt daarna de passieloze ‘welterusten kus’ en zijn grote lijf die zich tegen haar rug aandrukt om vervolgens een zware arm over haar heen te leggen.

Ze is een kleurloze schim van de persoon die ze ooit is geweest en het leven is een sleur geworden. De kinderen worden steeds zelfstandiger en hebben haar minder nodig dan een paar jaar geleden. Hij is al lang de deur uit voordat zij en de kinderen goed en wel zijn opgestaan. Dan zorgt zij voor hun ontbijt en lunchpakketje, om ze vervolgens bij school af te zetten waarna ze doorrijdt naar haar eigen werk.

Elke dag, elke avond hetzelfde ritueel, dag in dag uit, maand in maand uit, hoeveel jaar gaat het al zo?  

Overdags heeft ze tussendoor haar ‘geluksmomentjes’, dan stuurt ze een whatsappje als ze de kinderen heeft afgezet. Ook in haar lunchpauze en soms in de koffiepauzes, stuurt ze een whatsappje.  

Ze hoort zijn ademhaling rustiger worden.

Elke dag om kwart over vijf is hij weer thuis, moe en nietsvermoedend. Hij leeft een gelukkig leven, met zijn eigen bedrijf, zijn twee dochters en zijn vrouw die recentelijk nog een carrière sprongetje maakte. Hij is een tevreden man, in zijn vrijstaande woning met mooie meubels, twee auto’s voor de deur en drie vakanties per jaar. Hij heeft het goed voor elkaar en daar is hij trots op.

Zijn arm ontspant steeds meer en voelt steeds zwaarder. Nog heel even. 

Tijdens het koken, wanneer ze alleen is in de keuken, stuurt ze een whatsappje. En vervolgens een antwoord op het binnenkomende whatsappje en nog eentje en nog eentje. Als het eten klaar is en de kinderen geroepen zijn om aan tafel te komen kijkt ze nog even snel op haar telefoon, die ze vervolgens in haar broekzak doet waar hij vaak nog een keertje trilt en zij ook. 

De beste avond is wanneer hij met zijn vrienden op stap is. Eén avond in de week kan ze vrijuit whatsappen wat ze wil, de hele avond één lang geluksmoment.  

Eindelijk draait hij zich om en is die beklemmende arm van haar af. Nog even wachten totdat hij het lichte gesnurk heeft ingezet. 

Ze zou zich schuldig moeten voelen, naar hem, naar haar kinderen, naar iedereen die ze voorliegt. Ze kijkt naar haar wekker. Een paar minuutjes nog, zodat ze zeker weet dat hij in de diepe slaap is weggezakt. 

Elke avond opnieuw wacht ze op die diepe slaap. En hij wacht weer op haar en indirect dus óók op zíjn diepe slaap. Het geeft haar een schuldgevoel. Hij wacht niet alleen op haar berichtjes, hij wacht ook op haar vertrek bij hem vandaan. Maar ze zal nooit scheiden van hem. Waar moet ze heen? En hoe moet dat met haar kinderen? En wat zullen haar ouders zeggen?

Ze heeft een leuke baan en die verdient ook best aardig, maar de financiële zekerheid die ze nu heeft zal ze nooit opgeven. En voor wat?

Ze is een paar keer kort bij hem thuis geweest. Dat kleine appartement, prima voor een man alleen, is geen optie voor ‘plus drie’. Want je denkt toch niet dat ze dan zonder haar kinderen zou vertrekken? Ze zou de tennislessen en hockeytenues van de kinderen niet meer kunnen betalen, laat staan dat ze nog drie keer per jaar op vakantie zou kunnen.

Nee, scheiden is geen optie.

Onder het dekbed opent ze whatsapp en stuurt een berichtje. Bijna direct krijgt ze antwoord. Hij wachtte op haar. Ze stuurt een berichtje terug en nog eentje en nog eentje.